Cultuur

In de cultuur van Ecuador vind je nog veel aspecten terug van de Inca’s. Zo dragen veel Indigenas (indianen) nog de traditionele kleurrijke kleding. Ook spreken nog zo’n 2 miljoen inwoners de oorspronkelijke taal, het Quechua. Ondanks het feit dat de indianen tot het armste deel van de bevolking horen, zijn ze erg trots op hun oorsprong. Ook markten zijn een belangrijk onderdeel van de indianen cultuur van Ecuador. Ze verhandelen er allerlei handgemaakte goederen, bieden er hun oogst aan en verhandelen vee.

Het rooms-katholieke geloof heeft een grote invloed op het dagelijks leven en de politiek. In veel dorpjes en steden zijn nog oude kerken en andere voorbeelden van koloniale architectuur terug te vinden in de kleurrijke straatjes. Een echte cultuurstad in Ecuador is Cuenca hier staan oude koloniale huizen, zijn veel musea te vinden en er zijn kunstopleidingen. Van de Inca cultuur in Ecuador is niet heel veel overgebleven, maar zijn nog wel een aantal ruïnes bewaard gebleven. Ingapirca ligt bij Cuenca en is de bekendste en grootste ruïne.




Specifieke voorbeelden:

Een typisch product dat bij de cultuur van Ecuador hoort is de panama. Dit is een hoed dit gemaakt wordt van gevlochten Carludovica palmata bladeren. De naam van deze hoed doet anders vermoeden maar de hoed komt echt uit de provincie Manabi in Ecuador.

Typische Ecuadoraanse muziek is de Quichuamuziek uit de Andes. Op feesten in Ecuador worden
doorgaans twee soorten muziek gespeeld: de traditionele Quichuamuziek die er al was voor de komst van de Spanjaarden en de Ecuadoraans- Europese muziek. Beide stijlen hebben steeds meer van elkaar overgenomen. Dit blijkt uit het gebruik van de viool en de gitaar, want het waren de Spanjaarden die de snaarinstrumenten introduceerden.

Geschiedenis

De geschiedenis van Ecuador begint al lang voordat de Inca’s zich in de 15e eeuw in Ecuador vestigden. Er bestonden toen verschillende Indiaanse culturen. Het hart van het Incarijk lag in Cuzco, waarvandaan het zich uitbreidde tot het noordwesten van Argentinië, het noorden van Chili en het zuiden van Ecuador. In 1529 stierf de Incaleider Huayna Capac en liet zijn rijk over aan twee zoons: Huascar kreeg het zuiden, dat Cuzco als centrum had. En Atahualpa kreeg het noorden met het huidige Quito als centrum. Uiteindelijk wist Atahualpa Huascar gevangen te nemen.
In 1534 veroverden de Spanjaarden, onder leiding van Francisco Pizarro Ecuador. De Inca’s zorgden ervoor dat Pizarro Atahualpa gevangen kon nemen. Zijn leger kreeg daardoor geen orders meer en kon door het Spaanse leger makkelijk aangevallen worden. Tienduizenden Incasoldaten werden afgeslacht en Huascar werd op aanraden van Atahualpa vermoord.

De Spanjaarden stichtten toen de stad de huidige hoofdstad Quito, een belangrijk moment in de geschiedenis van Ecuador. Veel inwoners overleden door ziektes die ontstonden doordat ze ernstig verzwakt waren door het harde werken voor de kolonisten, die nu de elite vormden van Ecuador.
Quito groeide in 300 jaar tijd uit tot een stad van rond de 10.000 inwoners. In 1822 versloegen onafhankelijkheidsstrijders het Spaanse leger, en het land sloot zich vervolgens aan bij de Republiek Groot-Colombia van Simón Bolívar. In 1830 viel die republiek uit elkaar, en werd Ecuador een onafhankelijke republiek.
De geschiedenis van Ecuador van de 19e eeuw kenmerkte zich door instabiliteit. Verschillende heersers volgden elkaar in snel tempo op. Aan het einde van die eeuw leefde de economie op, doordat de cacao een belangrijk exportproduct werd. Dit leidde tot een verhuizing van bewoners van de hooglanden naar de cacaoplantages aan de kust. Toen de behoefte aan cacao in de wereld weer afnam, leidde dat tot een nieuwe periode van politieke instabiliteit vanaf 1925.
Er kwamen verschillende dictatoriale regimes aan de macht, terwijl buitenlandse investeerders de Ecuadoraanse olie exploiteerden. De enorme rijkdommen aan olie die het land bleek te hebben leidde ertoe dat er geen democratische regimes meer aan de macht kwamen, totdat de olie-export weer afnam.

Ontwikkeling

Een belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis van Ecuador was er in 1979, toen kwam er voor het eerst een democratische regering. Deze regering kampte vanaf het begin met een grote economische crisis, inflatie en groeiende schulden.
In 1973 trad Ecuador toe tot de OPEC. Op 31 december 1992 trok het land zich echter weer terug, omdat het de contributie niet kon of wilde betalen en omdat het de wens had om meer olie te produceren dan het OPEC-quotum toestond. In november 2007 trad het land wederom toe tot de OPEC.
Sinds de jaren tachtig zijn er verschillende presidenten geweest die allen tot doel hadden om de corruptie te bestrijden en de economie weer tot bloei te brengen. De meesten slaagden daar niet in. In april 2005 werd de president Lucio Gutiérrez gedwongen om af te treden wegens zijn onverantwoordelijke gedrag en dictatoriale trekken. Het leger verklaarde niet op te zullen treden tegen het eigen volk en de president niet langer te steunen.
Daarna werd Ecuador regeert door voormalig vicepresident Alfredo Palacio. Palacio stond voor de uitdaging om de democratie in ere te herstellen en het vertrouwen van het volk hiervoor te winnen. Palacio deed diverse pogingen tot politieke hervormingen, die allen door het Congres werden verworpen. In een transparant proces met technische assistentie en monitoring van de VN, OAS en Spanje werd er een nieuw Hooggerechtshof samengesteld.
In november 2006 won de linkse econoom Rafael Correa de verkiezingen. Op 15 januari 2007 werd hij de achtste president in tien jaar tijd.

In maart 2008 ontstond er een crisis met Colombia vanwege een grensoverschrijding door Colombia. In juni werden er weer op laag niveau diplomatieke betrekkingen onderhouden. In april 2009 won Correa de presidentverkiezingen met een meerderheid van 51%.